De Tour door de ogen van Jeroen (deel 18 – 2023)

Vandaag gaat het dan echt gebeuren. Of liggen de twee matadoren van de Tour 2023 aan het einde van de middag nog steeds dicht bij elkaar. We weten het vanavond rond de klok van 18:00 uur. Dan is Vingegaard uitgelopen en gaat hij morgen de loodzware Alpenrit met een gerust hart in. Of het is feest bij UAE en Pogacar kan morgen rustig in het wiel van Vingegaard kijken zien dat Jumbo/Visma de kastanjes uit het vuur moet gaan halen.

De grote favoriet van vandaag is naast de twee grote favorieten natuurlijk Wout (Woet zeggen ze in Frankrijk) van Aert. De Belg zal er alles aan doen om vandaag de rit winnend af te sluiten en voor zichzelf (maar zeker ook voor de ploeg) eindelijk die felbegeerde en zeker ook verdiende overwinning te behalen. Het is een lastige tijdrit vanwege de hoogteverschillen en ook voor de vraag of we fietswissels gaan zien. Durven Vingegaard en Pogacar het aan om een fietswissel te doen? Ik denk dat Van Aert het wellicht gaat proberen. Die wil echt winnen en zal er alles aan doen om de overwinning binnen te halen. Of Pogacar en Vingegaard het ook aandurven, zullen we vanmiddag zien.

Maken de tijdrijders het verschil in een tourwinst? Als je kijkt naar de groten der aarde wat betreft de tijdrit kwaliteiten, dan zeg ik Ja. Een tijdrit winnen kan heel veel verschil maken voor de Tourwinst. Greg Lemond weet daar alles van. Ik heb geprobeerd de beste tijdrijders in de geschiedenis van de Tour op te sommen.

De beste tijdrijders aller tijden in de Tour

Ik wil niet weer beginnen over de beste tijdrijder (in mijn ogen) aller tijden, maar uiteraard staat Indurain bovenaan. Maar de geschiedenis van de Tour heeft meerdere (hele) grote tijdrijders voorgebracht.

Een opsomming van de beste 10 tijdrijders ooit in de Tour met naam, bijnaam en ploegen, waar ze de Tour (of etappes) mee wonnen:

1. JACQUES ANQUETIL (Monsieur Chrono) – Helyett/Saint Raphaël

De verpersoonlijking van de echte tijdrijder. Anquetil won vijf keer de Tour en maakte telkens het verschil in de chronoritten. Zijn mooie stijl werd net zo vaak bejubeld als zijn krachtige, soepele, bijna elegante pedaalslag. Anquetil heette een aristocraat op twee wielen te zijn, al was hij ook een man van raadsels en uitersten. Bij de zestien etappezeges die Jacques Anquetil in de Tour behaalde, waren er elf tijdritten. Voor de Fransen is (logischerwijs) Anquetil de grootste.

2. EDDY MERCKX (De Kannibaal) – Faema/Molteni

Reed een stuk harder dan Jacques Anquetil, zij het in een heel andere stijl. In wezen pasten tijdritten zeer goed bij de manier waarop Eddy Merckx de wielersport bedreef: hij sprong graag genereus met zijn krachten om, joeg zijn ploegmaats telkens weer op om zo snel mogelijk te rijden, maar hoefde dat in tijdritten uiteraard niet te doen. Dan was Merckx uitsluitend op zichzelf aangewezen. En ook dan richtte hij ravages aan.

3. BERNARD HINAULT (Le Blaireau) – Renault-Elf/La Vie Claire

Geen renner die in de Ronde van Frankrijk meer tijdritten op zijn naam schreef dan Bernard Hinault: hij won er in totaal twintig en dat op een totaal van 28 ritzeges. Net zoals bij Merckx bleken de atletische mogelijkheden van Hinault het best in dat soort werk: hij was een hardrijder pur sang die telkens weer koerste met gebetenheid en verbetenheid. Het was zijn brandstof in zijn streven om zichzelf te overtreffen. Echter hij kon zo hardrijden door zijn ongelofelijke zware verzet. Dat hij zo zwaar steeds trapte heeft er ook voor gezorgd dat op het einde van zijn carriere de knieklachten heftiger werden.

4. MIGUEL INDURAIN (El Rey) – Banesto

In zijn vijf glorieuze jaren verloor Miguel Indurain in de Tour slechts één (!!) tijdrit. De Bask was een fantoom op twee wielen. Dankzij zijn grote longinhoud bleek hij bij machte bovenmenselijke inspanningen te leveren. Hoe langer een tijdrit, hoe verwoestender hij uithaalde. Bovendien liet  Miguel Indurain telkens weer iedereen versteld laten staan door een serene rust. In zijn onbewogenheid schuilde een zekere mystiek. Vergeleken met Anquetil kon Indurain ook in de bergen het verschil maken, maar Indurain heeft veruit het beste gemiddelde in de Tour. Dit record zal waarschijnlijk nooit meer verbeterd worden.

5. FAUSTO COPPI (Il Campionissimo) – Ciclismo/Bianchi

Hoewel Fausto Coppi in de Giro (vijf overwinningen) veel meer imponeerde dan in de Tour (twee zeges) liet hij zijn klasse ook in de Ronde van Frankrijk zien. Hij won in 1949, het jaar van zijn eerste zege, tijdritten over een afstand van respectievelijk 92 en 137 kilometer. Aantallen die nu ondenkbaar zouden zijn. Met deze aantallen zou zelfs Wout van Aert een grote kans maken om de Tour te winnen. De carrière van de slagersjongen, die slechts drie keer aan de Tour deelnam, zat vol ongerijmdheden. De Italiaan werd pas echt een mythe, toen hij op zijn 40ste aan malaria stierf.

6. FERDI KÜBLER (De arend van Adliswil) – Frejus/Tebag

De Zwitser Kübler zorgde voor een van de hoogtepunten in de geschiedenis van de Tour toen hij in een tijdrit de drievoudige winnaar Louis Bobet inhaalde. Dat gebeurde met zoveel woede op het gezicht dat de toenmalige Tourbaas Jacques Goddet hem “een duivel op de fiets” noemde. Kübler hield ervan af te zien en hardde zijn lichaam in helse trainingsritten. Hij is de oudste nog in leven zijnde Tourwinnaar: op 24 juli a.s. hoopt Ferdi Kubler 94 jaar te worden. In 1950 won Kübler de Tour de France. Hij won ook 3 etappes in de Tour van 1950.

7. JAN ULLRICH (Der Jan) – Team Deutsche Telekom

De Duitser liep vaak op tegen de van de erelijsten geschrapte Lance Armstrong, hoewel ook hij later het gebruik van doping toegaf. De in de DDR (voormalig Oost-Duitsland, jongere lezers zullen hun wenkbrauwen fronsen) gevormde Jan Ullrich was een pronkstuk van het zuiverste soort. In tijdritten bleek hoe verschrikkelijk hard hij kon fietsen. Maar dat gebeurde niet altijd. Te vaak kampte Ullrich met overgewicht en hij bleek bovendien niet in staat zichzelf elke dag te motiveren. Ullrich kreeg later ook psychische problemen, maar dat hij heel goed kon tijdrijden was duidelijk. Ullrich werd ook twee keer wereldkampioen tijdrijden.

8. ROGER RIVIÈRE – Saint Raphael/Geminiani

Roger Rivière was een raspaard die gold als de grote uitdager van Jacques Anquetil. Hij won in de Tour drie tijdritten en brak twee keer het werelduurrecord. In 1960 werd zijn carrière abrupt afgebroken: de Fransman kwam in een afdaling ten val en tuimelde tien meter diep in een ravijn. Na een dubbele breuk aan de wervelkolom bleek hij voor 80 procent verlamd. Roger Rivière was amper 24 jaar. Hij stierf op zijn 40ste aan strottenhoofdkanker.

9. GREG LEMOND (De Cowboy) – La Vie Claire/ADR/Z-Tomasso

Een echte gespecialiseerde tijdrijder is de Amerikaan niet. Maar hij mag in dit overzicht niet ontbreken. In 1989 won Greg LeMond de meest spannende tijdrit in de geschiedenis van de Tour. Voor velen tourvolgers als de allermooiste en spannendste slotetappe aller tijden gekozen. In de slotetappe boog hij een achterstand van 50 seconden op Laurent Fignon om in een voorsprong van acht seconden. De wielercarrière van LeMond staat bol van de contrasten. Hij slaagde er niet in zijn voortdurend kwakkelende gevoelens onder controle te houden. Lemond had ook een haat-verhouding met Armstrong. Beide konden elkaar niet luchten of zien. Lemond gaf in een interview aan met Mart Smeets dat Armstrong hem zelfs bedreigd had. Maar bovenal zal Lemond altijd herinnert worden aan die ene tijdrit.

10. FABIAN CANCELLARA (Spartacus) – Mapei/CSC

Hoort hij wel in dit rijtje thuis of niet? Fabian Cancellara won in de Tour vijf tijdritten. Maar het ging daarbij vooral over het kortere werk, een 52 kilometer lange chronorit in de Tour van 2011 buiten beschouwing gelaten. Cancellara heeft de oerkracht van een buffel, trapt gemakkelijk een groot verzet rond en gaat nooit kapot. Met vier wereldtitels is de zoon van een Italiaanse vader en Zwitserse moeder de beste tijdrijder van zijn generatie.

Renners die de top 10 net niet haalde waren: Chris Boardman, onze eige Gerrie Knetemann en Francesco Moser.

De eerste renner waar de aandacht naar uitging was uiteraard de gedoodverfde favoriet, Wout van Aert. Bij de eerste passage was hij nog derde (achter de beste tijd tot dan toe van Rémy Cavagna). Maar bij de tweede passage had hij al een voorsprong op de Fransman in de tussentijd. Inmiddels was het bijna 17:00 en ging iedereen er voor zitten.

Vingegaard en Pogacar zijn meteen los

Het grote gevecht ging dan toch echt beginnen. Inmiddels was Van Aert echt op stoom geraakt en lag hij ver voor op Cavagna (Soudal-Quick Step). Die zat immers in de hotseat bij de finish en zag met lede ogen aan dat de Belg sneller was. Wat direct opviel was dat Van Aert niet van fiets wisselde. Aangezien er een behoorlijke beklimming inzat, was het wellicht een optie om toch van fiets te wisselen. Alleen dat gold niet voor Van Aert. Die inmiddels was binnen gekomen en iets meer dan 15 seconden sneller was dan de snelste tijd tot dan toe. Het beeld van Van Aert tegen de bus aan, gaf in ieder geval aan dat hij alles had gegeven. Het wachten voor hem was op Vingegaard en Pogacar.

Om 16:58 was het dan de beurt aan Pogacar om als eerste weg te knallen. Na 7 kilometer was het eerste meetpunt en zouden we weten hoe snel hij reed. Om 17:01 was het dan de beurt aan Vingegaard. Ook hij was weg en het was uitkijken naar het eerste tussenpunt. Het was ook duidelijk dat Van Aert vreselijk had huis gehouden op het bergje. Daar was hij veruit de snelste geweest.

Het was schrikken op de eerste tussentijden. Pogacar lag na 5 minuten al 20 (!!) seconden voor op Van Aert. Maar die had een geweldige klim. Vingegaard lag toen 5 seconden achter op Pogacar. Het was duidelijk dat Pogacar een kanonsstart had. Het was nu wachten op de eerste tussenkomst na 7,1 kilometer. Dan had iedereen een indicatie waar dit naar toe zou gaan. Vervolgens was er een tussenpunt op 16 kilometer en dan 3 kilometer voor de meet. De snelheid zat er bij de twee favorieten goed in. Je kon echter moeilijk zeggen wie sneller of beter reed. Het ligt al de hele Tour zo dicht bij elkaar. Pogacar is op 7,1 kilometer een halve minuut (!!!) sneller dan Van Aert. De volgers keken echt hun ogen uit. Vingegaard was zelfs 16 seconden sneller bij het eerste meetpunt op Pogacar! Wat een geweldige strijd tussen de twee.

Een fietswissel uit wanhoop?

Op de helft van het parcours had Vingegaard zijn voorsprong vergroot naar 26 seconden tot 30 seconden (handgeklokt). Normaal gesproken zal Vingegaard dit niet meer weggeven. Pogacar moest een monsterbeklimming uit zijn tenen halen. Pogacar begon met de snelste tussentijd voor de beklimming (20 seconden op de snelste tussen tijd en 40 seconden sneller dan Van Aert). Vingegaard moest echter nog voorbij dat punt komen. En toen was daar dat moment. Pogacar wisselde van fiets. Was het een psychologische tik? Probeerde Pogacar nog te redden wat er te redden viel? Het zou zomaar kunnen, want hij lag inmiddels al 31 seconden achter op Vingegaard. Dit was dus het ultieme redmiddel in de ogen van Pogacar. En wat deed dat in het hoofd van Vingegaard? Vingegaard hoorde dat natuurlijk ook in zijn oor. Wat een heerlijk spel is dit!! Wat doet een fietswissel uiteindelijk echt? Op de top zouden we het weten.

Een buitenaardse tijdrit van Vingegaard

Ook Adam Yates (die met de dag beter gaat rijden) reed een uitstekende tijdrit. Inmiddels was het duidelijk dat de fietswissel geen resultaat had. Vingegaard had zijn voorsprong naar 50 (!!) seconden voorsprong getild. Op de top was Vingegaard naar meer dan 1 minuut voorsprong geknald. Je zag ook de blik in de ogen (bril was afgedaan) van Pogacar. Een blik van verslagenheid. Vingegaard zou vandaag zijn tweede Tourzege nagenoeg veilig kunnen stellen. Marijn Zeeman zei gister zonder bluf: “Vingegaard is nog nooit zo goed geweest als nu” en dat bleek ook echt het geval. Vingegaard is de sterkste en hij reed vandaag iedereen op een hoop! Grote klasse! En een diepe buiging is wat hem ten deel valt. Adam Yates kwam niet aan de tijd van Van Aert. Maar helaas voor hem was zijn ploegmaat veel sterker. Het zal zijn beste tijdrit van zijn carrière (tot nu toe zeker) zijn. De Tour is beslist. Helaas voor de volgers, maar alleen als Vingegaard echt een inzinking krijgt zal het nog spannend worden.

Toch reed Pogacar een hele goede tijdrit (met fietswissel). Direct achter Pogacar kwam Vingegaard al en was maar liefst 1:38 sneller. Wat een demonstratie van de Deen. Als je hem op straat tegenkomt, loop je hem zo voorbij. Maar zet hem op een tijdritfiets en hij rijd iedereen aan gort. Van Aert deed zijn petje af voor zijn Deense ploeggenoot. En dat was een geweldige afsluiting van een weergaloze tijdrit.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.