Wat is de wielersport toch mooi! En als groot wielerfan is er niets mooier om nog eens goed de koers van gister te evalueren. Programma’s als “De avondetappe” en “Vive le Vélo” doen hier met analisten graag aan mee. De etappe van gister had natuurlijk een spetterend, maar ook een slot waar men niet over uitgepraat raakte. Het ging daarbij natuurlijk om de sprint tussen Philipsen en Van Aert. Ook werden er verschillende renners uit de koers om hun mening gevraagd. Jakobsen (volkomen logisch in zijn geval) vond dat de sprint niet koosjer was. Hij voorzag dat Van Aert aan een zware val was ontsnapt. Anderen (zoals Meeus, Pogacar en Groenewegen) vonden het een reglementaire sprint.
Eerlijke sprint
En ik moet ook eerlijk bekennen, dat hoe meer ik de sprint terugkeek, de sprint in mijn ogen een zuivere was. Je ziet namelijk de witte mankeringslijn van de weg en daar rijdt Philipsen keurig langs. Jan Bakelants vertelde het heel treffend: “het probleem zit hem niet bij Philipsen, maar bij de dronken bouwer die het parcours had bedacht”. En daar sluit ik mij helemaal bij aan. De weg nam op het laatst gister een beetje een rare zigzag aan. Onbegrijpelijk en ook direct levensgevaarlijk. Het was echter ook opmerkelijk op het moment dat Van Aert uitbolde, de weg weer breder werd. Met andere woorden, als Van Aert wel was doorgereden, dan had hij een grote kans gemaakt gister te winnen. Andere interessante opmerking was “wat als Van Aert een Fransman was geweest?”. Wat was dan het oordeel van de jury geweest? Dat blijft een interessante discussie. Maar in principe werd deze hele discussie snel gesloten door het commentaar van Van Aert zelf. Wederom was het commentaar groots van de man uit Herentals. Van Aert had geen zin om risico’s te nemen en sprak met geen woord over een mogelijk foute manoeuvre van Philipsen. Dat tekent de groot sportman in Van Aert. Al vond ik de reactie van Pogacar, die van de zenuwen omkomende Philipsen na de finish opzocht, wel op het randje. Voor de tweede keer stak Pogacar Van Aert onder water. Daar schuilt een risico in, omdat hij dit een keer terug gaat krijgen. En Jumbo/Visma wordt tot op het bot gemotiveerd om Pogacar een koekje van eigen deeg te bezorgen.
Een opvallende Phil Bauhaus
Maar bovenal moeten we concluderen dat Philipsen gister de beste was. Wat mij vooral opviel was de sprint van de nummer 2 in de eindrangschikking, Phil Bauhaus. Die werd van tevoren bij nagenoeg niemand genoemd. Wie is toch deze Duitser, die gister uit het niets zijn neus zeer prominent tegen het venster drukte? Bauhaus is een 29-jarige Duitser, die geboren is in Bocholt. Bauhaus is wellicht bij de Nederlanders nog enigszins bekend van zijn periode bij Sunweb. Bauhaus reed in de ploeg, waarbij zijn ploegmaat Dumoulin in 2017 de Giro Italia won. Bauhaus reed overigens die Giro niet uit en stapte in de 17e etappe af. Bauhaus is van huis uit een sprinter pur sang. Hij is niet super groot en ook niet zwaar. Hij lijkt een beetje qua bouw op Dylan Groenewegen. Zijn resultaten zijn ook niet echt heel erg verheffend. Dit jaar won hij pas 1 rit in de Tour Down Under. Maar gister positioneerde hij zichzelf heel erg goed door in de slipstream van de sprintkanonnen zichzelf af te schieten naar voren. En hij kwam nog heel dicht in de buurt van Philipsen. Echter, ik denk niet dat hij vandaag weer zo ver van voren zit.
Finish op een wegcircuit
De rit van vandaag leek qua parcours op die van gister. Wellicht is deze van vandaag nog wel wat eenvoudiger, omdat er minder klimmetjes in zitten. De enige serieuze klim zat hem vlak voor de finish en was van de 4e categorie en heet de Cóte de Dému. De finish was wel spectaculair, want het voerde de renners over het circuit Paul Armagnac. Op dit circuit werden vele wegraces gereden. De laatste keer dat de Tour de France een circuit in het parcours had opgenomen was in 2017. De derde etappe van die jaargang had zijn eindstreep getrokken in Longwy en voer de renners onderweg over het parcours van Spa Francorchamps. Winnaar van die etappe werd Peter Sagan voor Michael Matthews. Sagan die 6 jaar na dato nog steeds in de sprints betrokken is.
Over kleurrijke renners gesproken. Ik zag op een gegeven moment een renner met lange manen onder zijn helm met vreemd shirt aan. Eerst dacht ik dat het een grap was en dat een overlaat het was gelukt om in het peloton een stukje mee te rijden. Ik ben er op gaan letten en toen ik goed keek (moest daar wel mijn bril voor opzetten) zag ik dat het een Amerikaans shirt was. Of in ieder geval wat daar voor door ging. Ik vond het een vreselijk lelijk shirt.
Quinn Simmons
De eigenaar van dit shirt is Quinn Simmons. Simmons is een van de kleurrijkste figuren in het peloton. Hij is goed te herkennen aan zijn rode haar en dito baard. Simmons werd in 2019 wereldkampioen bij de junioren. Maar Simmons werd pas echt bekend toen hij door zijn (nog steeds huidige) ploeg Trek-Segafredo geschorst werd wegens “verdeeldheid zaaiende, opruiende en schadelijke” tweets. Simmons stak namelijk niet onder stoelen of banken dat hij een aanhanger was van Trump en plaatste een zwart emoji op zijn social media toen Trump in strijd was met Biden (de huidige president van Amerika). Dit viel in zeer slechte aarde onder de (democratische) Amerikanen en ook zijn ploeg Trek greep toen hard in. Simmons is echter ook een goede klimmer. Dat bewees hij vorig jaar toen hij in de Ronde van Zwitserland het bergklassement won. Datzelfde deed hij vorig jaar ook in de Tirreno-Adriatico. Dat was ook de mogelijke reden dat onze landgenoot Bauke Mollema van Trek thuis mocht blijven en Trek Simmons aanwees om vanaf morgen zijn ploegmaten Ciccone en Skjelmose te ondersteunen. Dat maakt Trek weer een ploeg waar zeker in de bergen rekening mee gehouden moet worden en daar zullen we Simmons nog veelvuldig, in die spuuglelijke trui, voorbij zien komen.
Amai, wat een finale
De etappe van vandaag was eerlijk gezegd saai. De renners deden het redelijk rustig aan en reden zichzelf zeker niet over de kop. Twee renners ontsnapte aan de malaise en reden vrij lang op kop. Dat waren de Fransmannen Benoit Cosnefroy (AG2R) en Anthony Delaplace (Arkea). Zij kregen maximaal iets meer dan een minuut. Na het enige heuveltje in de etappe werden de twee vluchters gegrepen en begon er nervositeit in het peloton te sluipen. Je zag de spanning met de minuut toenemen. Op 2,9 kilometer draaide het peloton het racecircuit op en toen sloeg de waanzin toe. Van tevoren wist men dat er veel bochten in het parcours aanwezig waren. Maar dat de weg wel goed breed was. Echter, dat werd door velen in de kiem gesmoord. Het leek wel een ijsbaan en de kijker kwam ogen en oren tekort. Het eerste grote slachtoffer was Fabio Jakobsen die zijn fiets niet recht kon houden. Op een gegeven moment werd het surrealistisch, want je zag alleen maar fietsen door de lucht vliegen. Toen de rookwolken op 700 meter van de finish enigszins waren opgetrokken, waren de echte sprinters waren goed gepositioneerd. Philipsen bleef wat achter en leek niet mee te doen. Hij miste de aansluiting met zijn teamgenoten.
De allerbeste lead-out
Ik genoot vroeger van Mark Renshaw en Michael Morkov. Dat waren de lead-outs voor de echte sprinters, Cavendish en Jakobsen. Zij hadden 1 taak: en dat is de sprinter tot 300 meter van de meet zo goed mogelijk afzetten. Ik dacht altijd dat er geen betere zou zijn dan die twee. Echter, sinds deze Tour staat de allerbeste lead-out op; genaamd Matthieu van der Poel. In bijna volslagen positie zag je opeens een blauw tweetal zich een weg naar voren banen. Daarbij gebruik makend van de ellebogen. Net als gister zette Van der Poel zich schrap en sleepte hij Philipsen in zijn kielzog mee. Op 250 meter liet Van der Poel lopen en maakte (zij het nipt) Jasper Disaster of wel volgens de Belgen “De vlam van Ham” het karwei keurig af. Caleb Ewan kwam nog heel dichtbij, maar het mocht niet baten. En weer was daar opnieuw Phil Bauhaus, die derde werd dit keer. Maar Alpecin-DeCeuninck had zijn tweede overwinning te pakken. Nog knapper was dat de laatste vier sprints (verdeeld over de Tour van afgelopen jaar en de huidige editie) allemaal door 1 renner werden gewonnen: Ja wel, Jasper “de vlam van Ham” Philipsen! Chapeau, maar ook een hele diepe buiging voor een van de beste wielrenners op deze aardkloot die zich volledig wegcijfert voor zijn sprinter.
Morgen gaan we de bergen in en dat belooft wederom spektakel!