De Tour door de ogen van Janna (deel 21)

Vandaag is het erop of eronder voor de gele trui drager. De voorsprong is  met 3,21 minuten royaal maar pas als de buit echt binnen is, pas dan kan er opgelucht worden adem gehaald door het team Jumbo Visma. En zeker ook door de Deen Jonas Vingegaard. Zal hij in staat zijn om de nachtmerrie van 2020 te doen vergeten?

De nu nummer twee staande Tadej Pogacar verpulverde destijds meedogenloos de eveneens riante voorsprong op zijn landgenoot Primoz Roglic.

Waardoor niet deze renner met het gedroomde geel naar huis ging maar de 22 jarige Pogacar. De klap was zo vreselijk groot. Er was door de hele ploeg drie weken lang  keihard gewerkt, de renners hadden alles gegeven met maar één doel voor ogen; De gele trui meenemen naar Parijs! Alles leek goed te gaan tot die ene dag, die vreselijke teleurstellende dag. Het kwam binnen als een mokerslag die nog jaren nadreunde.

Spanning ten top

Dat de Italiaan Filippo Ganna, (Ineos Grenadiers) Wereldkampioen Tijdrijden in de hot-seat terecht komt, ligt in de lijn der verwachting. Voor hem wordt het pas echt spannend wanneer de renners vanaf plek 25 in het klassement aan de beurt zijn om te beginnen aan een tijdrit van 40.7 kilometer. Het parcours golft op en neer, kent veel bochten ook moeten er in de laatste tien kilometer nog twee klimmetjes worden verteerd. De laatste klim; de Rocamadour is anderhalve kilometer lang met een stijgingspercentage van bijna 8 procent.

Wanneer Wout van Aert van start gaat, stijgt hoorbaar de spanning bij de Vlaamse commentatoren. Alle getoonde kwaliteiten en inspanningen van de afgelopen drie weken passeren nog weer eens de revue. Zij komen superlatieven tekort. De groene trui heeft hij al binnen zou het hem dit keer wel lukken om Ganna te verslaan? In het eerste – vlakke – deel van het parcours wint Van Aert secondes op Ganna. Achter hun microfoon proberen de mannen zo objectief als maar mogelijk is te blijven. ‘Laten wij onze euforie nog even onderbreken want er komt nog zoveel zwaars aan.’  In het tweede gedeelte loopt de voorsprong behoorlijk terug. Maar Wout weet zijn rit goed in te delen, neemt een klein beetje gas terug waar dat kan om te knallen op het zwaarste gedeelte. Het worden hele spannende 47.59 minuten. De blik in de ogen van Ganna preekt boekdelen, hij ziet de bui al aankomen. Wout komt binnen met maar liefst een voorsprong van 41 seconden. Ganna maakt teleurgesteld plaats voor een blije Wout van Aert. Wie zou hem nog kunnen verslaan? Even is er een benauwd moment wanneer Geraint Thomas (Ineos)  – nummer drie van het klassement –  heel snel van start gaat maar dat blijkt loos alarm. Ook de andere klassementsrenners blijven boven de 49 minuten. Maar Pogacar en Vingegaard moeten nog.

Pogacar begint sterk, wint secondes, verliest secondes wint weer secondes terug. Maar Pogacar heeft vandaag niet de benen om een eerste plaats te veroveren. Dit jaar neemt hij naast een drietal etappe zeges en vijf dagen de gele trui om de schouders te hebben gehad alleen de witte trui mee naar Parijs. Als laatste start de gele truidrager.

Ook hij gaat zeer snel van start wint vele secondes op Van Aert maar wanneer het in één van de bochten even mis lijkt te gaan wordt er getemporiseerd.

Deze prachtige strijd wordt in het voordeel van Van Aert beslecht. De emotie die hierna los komt bij beide renners is van een ongekende schoonheid.

Alle spanning van drie weken lang onder een vergrootglas liggen, lijken zich een weg naar buiten te banen.

De meest sterke ploeg is zonder  meer Jumbo – Visma jaren en jaren is er gebouwd aan model dat zou moeten kunnen leiden naar nog meer succes – want daaraan heeft het de afgelopen jaren niet gemankeerd. Er ontbrak echter nog één ding en dat was het geel.  Vooraf aan de Tour werd al uitgesproken dat Pogacar kloppen een enorme uitdaging was en er echt een slim scenario  bedacht moest worden om dit voor elkaar te krijgen. Dat het uiteindelijk ook is gelukt heeft alles te maken met de samenstelling van een ploeg die zo goed op elkaar was afgestemd met een glansrol voor Wout van Aert hij was en is het cement van een bouwwerk dat staat als een huis.

Sportief directeur Merijn Zeeman  – gaf laat op de avond nog een interview dat was te beluisteren bij de avondetappe. Ondanks dat er een paar uur was verstreken na de glorieuze overwinning waarbij twee renners van zijn ploeg als nummer één en twee vandaag  ook nog eens de groene, de gele trui en de bollentrui hebben veroverd, leek het besef nog te moeten komen. De vermoeidheid van alle voorgaande jaren de teleurstellingen, de vele commentaren, de onzekerheden, dat eindelijk had opgeleverd wat hem voor ogen stond tekende zijn gelaat. 

Na drie slopende weken waar prestaties werden geleverd die soms aan het onmenselijke grensde, waar nog nooit zo hard gereden was, waar onderlinge sportiviteit hoog in het vaandel stond. Wij vele vele jaren terug moeten gaan om een ploeg te vinden die zowel het geel als het groen en de bollentrui mee Prijs namen, was er gisteren ook na afloop nog een interview met Wout van Aert en Jonas Vingegaard. In de schijnwerpers staan betekent ook vragen moeten beantwoorden waar je niet direct op zit te wachten. Altijd zijn het weer dezelfde terugkomende en voor de hand liggende vragen. De jounalisten kunnen niet betrapt worden op originaliteit. Ook dit keer niet.

Vingegaard – al meerdere malen tijdens deze Tour aan de tand gevoeld over doping – gaf in een rustig betoog opnieuw weer dat door gerichte trainingen, opofferingen, voeding, kleding, techniek het mogelijk is zonder verboden middelen te winnen.

‘Wij zijn een schone ploeg.’ Aan Van Aert werd dezelfde vraag gesteld en hij reageerde op een wijze dat mijn hart een sprongetje liet maken. Eindelijk iemand die de pers van repliek durft te dienen. In mijn ogen had hij zo gelijk dat hij na deze glorieuze dag geen zin had om altijd maar weer deze gestelde vraag te beantwoorden. Dat wantrouwen hij had er schoon genoeg van. Tot mijn grote verbazing noemde de succesvolle oud -sprinter Marcel Kittel de reactie van Van Aert teleurstellend.

Ook de éminence grise Joop Zoetemelk vond het niet handig. ‘Het hoort bij het vak.’

Vroeger werden wielrenners de “dwangarbeiders van de weg” genoemd. Nog steeds zijn er situaties waarbij deze term van toepassing lijkt. Ik blijf mij verbazen over de goedwillendheid van een renner die stikkapot over het stuur hangt, meteen een microfoon onder zijn neus krijgt en ook nog antwoord geeft. Waarom niet even wat adempauze? Degene die dat goed begreep was Mart Smeets en nu is dat ook Sander Kleiker . ‘Komt het uit dat ik even iets aan je vraag of doen wij het later?’ Dat heet mee denken en respect tonen. ‘Wij zijn er om kritische vragen te stellen’, beweerde ooit een commentator. Dat is nog voor te stellen, ieder zijn vak, maar schrik dan ook niet van een antwoord dat past bij de vraag.  

janna van zon

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.