Mijn berg!
Daar is de etappe dan waar ik zo naar uit heb gekeken. Als kleine jongen was dit al mijn droom. Ik zag Nederlanders zegevieren als kleine jongen. Toen ik klein was, zag ik Zoetemelk (in 1976, toe ik 5 jaar was) in een vage herinnering de berg beslechten. Een jaar later en het jaar daarop zag ik wel bewust Hennie Kuiper de beste zijn op de Alpe d’Huez. Toen ik op 2 juni jl. de berg zelf beklom, zag ik hun namen in de bochten zichtbaar. Ik waande mijzelf ook als wielrenner van de Tour en voelde een beetje wat zij ook hebben gevoeld. Vandaag zal bocht 7 (de Nederlandse bocht) een nog groter gekkenhuis zijn dan op 2 juni.
Als trouw volger was 1989 een hoogtepunt wat Tour prestaties betreft. Toen was het Gert-Jan Theunisse die na een monster ontsnapping alleen boven kwam in het dorp. Nu weet ik dat als je het dorp in komt rijden, dat je er dan zeker nog niet bent. Eenmaal in het lange laatste bocht na bocht 1 blijft het vals omhoog lopen. Op 2 juni verkeek ik mij de eerste keer hier enorm op. Nu weet ik beter. Nu erger, ik kan iedere bocht wel dromen. Het eerste stukje voor bocht 21 is niet normaal zo steil. Daarin is het belangrijk dat je je hartslag onder controle hebt. Mij is verteld dat je onder de 150 en het liefst onder de 140 wil blijven. Dan heb je grote kans dat je het meer dan 1x naar boven redt. Ik ben benieuwd wat Pogacar voor hartslag had vanmiddag toen hij vanuit het dorp Bourg D’Oisans naar boven reed. Zijn hartslag zal in ieder geval minder zijn als die van mij.
Het is steil!
Nu nog droom ik van de beklimming. Voor de volgende keer weet ik hoe ik mijn rit naar boven beter kan indelen. Het steilste stuk is tussen de 1e en 2e kilometer. Dan is het 10% gemiddeld. Als je er eenmaal zelf rijdt, lijkt het alsof het steiler is. De renners zullen vandaag gedragen worden door de mensenmassa. Nog steeds staat het record op naam van Marco Pantani met snelste beklimming ooit. Pantani raffelde de 13,9 kilometer af in een onwerkelijke 36 minuten en 50 seconden. Dat is voor een simpele recreatie fietser als ikzelf een droom. Een utopie en ook tegelijkertijd besef ik mij hoe knap dat is om zo hard naar boven te knallen. “Il Elefantino” zal waarschijnlijk nooit meer geĆ«venaard worden. En natuurlijk was het een andere tijd (tijdperk Epo), maar de benen moeten het nog steeds doen. En ik weet bijna wel zeker dat de benen van Pantani erg goed waren die dag.
Geen winnaars in 2001 en 2004
Zo is Lance Armstrong twee keer uit de uitslag geschrapt. De etappe uitslag van 2001 en 2004 kent geen winnaar. Je kan alleen zien dat de naam van Armstrong is doorgekrast. Hoe bizar dat ook is. De laatste etappe winnaar die de rit naar Alpe d’Huez won is Geraint Thomas in 2018. De Brit reed in zijn gele trui (die hij ook won) naar de eeuwige roem op de “Nederlandse” berg. Vandaag komt er een nieuwe winnaar of de Brit moet na zijn sterke race van gister wederom gaan verrassen. Ik zou mijn geld echt gaan zetten op Pogacar. De Sloveen was gisteravond alweer erg strijdlustig. Het belooft in ieder geval een prachtige etappe te worden.
Pidcock werd de grote man
De etappe van vandaag op de Franse Nationale feestdag was voor mij een hele mooie herinnering. Vooral het moment dat de renners de bocht bij Bourg d’Oisans voorbij reden. Het was alsof ik voelde dat ik er zelf weer reed. Dat is zo een machtig gevoel. Nu stonden er duizenden mensen langs de kant. Het was zeker bij bocht 7 (de Nederlandse bocht) een geweldige happening. Er was een groepje van vijf man weg, die gezamenlijk de Croix de Fer opreden en samen op weg naar Alpe d’Huez gingen. Die vijf waren Pidcock, Ciccone, Meintjes, Powless en Froome. Enigzins verrassend was het rijden van 4-voudig Tourwinnaar Chris Froome. De Britse Keniaan reed voor het eerst sinds jaren weer sterk. Maar het was Pidcock, die als eerste het lont in het kruidvat stopte. Direct gevolgd door Meintjes (warranty). Froome moest de twee voor laten gaan, maar bleef de gehele klim als derde in de rangschikking van de dag.
Jumbo/Visma leidt de dans
Het was een indrukwekkend gezicht om de Jumbo/Visma ploeg zo in draf naar boven te rijden. Het was duidelijk dat Jumbo/Visma in de favorieten groep een straf tempo naar boven wilde houden en hiermee te willen zorgen dat er geen ontsnappingen mogelijk waren. Wederom was het een indrukwekkend gezicht om Van Aert wederom de wil op te leggen van de beste tourrenners. Na Van Aert werd het stokje overgenomen door Tiesj Benoot, Steven Kruijswijk, Primoz Roglic en Sven Kuss. Het is toch heerlijk als je zo’n ploeg hebt. Een ploeg die echt voor je wilt rijden. Dat moet voor Vingegaard een enorme steun in de rug zijn. Pogacar probeerde het tot drie keer toe, maar drie keer werd het met enigszins gemak gestopt door de Deen in het geel. Vingegaard voelde zich goed en kan de aanvallen steeds pareren. Daar waar Thomas, Bardet en Mas steeds moesten passen, was het Vingegaard die geen krimp gaf. En zo was het dat Jumbo/Visma de grote winnaar van de dag was. Dat Pidcock zijn aanvalslust beloond zag was meer dan terecht.
Het was fantastisch om juist deze etappe te zien. Het was voor mij anders dan andere keren. Nu was het allemaal zo herkenbaar. Alle bochten, de steile stukken en het binnenrijden van het dorp. Het was alsof ik er weer terug was. Het was een geweldige etappe.