Als ik ergens naar uitkijk in de Tour de France dan is het naar een etappe van vandaag. Vandaag staat namelijk de tijdrit op het programma. Voor mij de mooiste discipline van het wielrennen. Als kind van 10 zat ik al gefascineerd te kijken in de Tour van 1980 naar Bernard Hinault en de Nederlanders Raas en Oosterbosch. Ik zag mannen op een fiets, die in hun eentje zichzelf helemaal kapot reden. Toen had ik nog niet de kennis over een verzet. Nu weet ik wat voor verzet renners rijden. Ik zag Hinault de proloog winnen en de tijdrit op het circuit van Spa-Francorchamps. De dag na de tijdrit was er de rit over de kasseien (gedeeltelijk parcours van Parijs-Roubaix). Dat was ook de dag dat Bernard Hinault de Tour de France definitief verloor aan onze landgenoot Joop Zoetemelk.
Zwakke plek kostte Hinault zijn 6 touroverwinning
Bernard Hinault was zo sterk, maar hij had 1 zwakke plek: zijn knieën. De reden van deze kwaal lag hem in het feit dat hij steeds zo een ongelofelijk verzet reed, dat hij zijn knieën aan gort reed. Had hij beter gedoceerd, dan was hij degene geweest, die 6 touroverwinningen op zijn palmares had gehad. In de tweede week was daar het hoogtepunt van de Tour; de tweede ploegentijdrit. En ook al was het een hele andere tijd, was de techniek en materiaal van de fietsen lang niet wat het nu is, de wijze waarop de Posttrein over het parcours denderde was legendarisch. Na deze overwinning was de beer toen helemaal los en won de ploeg alle etappes tot aan de derde week. Een ongelofelijke prestatie, die nooit meer verbeterd zal worden. De TI/Raleigh ploeg was op dat moment veruit de allerbeste ploeg in het peloton. In de 3e tijdrit (van 4 in totaal) won Zoetemelk afgetekend van Hinault. Mijn held van die dagen werd op een hoop gereden door de man die grossierde in tweede plekken, maar die dag zichzelf overtrof. Vanaf dat moment (en vooral die Tour met vier tijdritten en twee ploegentijdritten en 1 proloog) was ik verkocht en was mijn adoratie voor tijdritten geboren.
Indurain was de allergrootste
Ieder jaar schrijf ik wel een stukje over mijn allergrootste idool in de wielerwereld. Waarom dan steeds over Miquel Indurain Larraya? De reden is simpel: de stijl en de manier waarop de Spanjaard op een fiets de tijdrit was en is nog steeds in mijn ogen de mooiste houding die je maar kan vinden. Natuurlijk is 30 jaar na zijn touroverwinningen enorm veel veranderd in tijdrit houdingen. Het trainen in windtunnels, de pakken en helm die de rijders dragen. Maar ook Indurain was enorm revolutionair in zijn tijd met helm en vooral de fiets waarop hij reed. Ik kan mij nog de fiets voor de geest halen waarbij hij het werelduurrecord in Mexico had verbeterd. Die fiets was echt geweldig mooi om te zien. Nu zou je denken: ik sla wel over. Maar voor die tijd was de manier waarop hij de tijdrit wegtrapte poëzie van de bovenste plank. Zijn stijl kun je het beste omschrijven als iemand die doodstil op een fiets zit, maar waar alleen de benen in beweging zijn. Indurain staat ook vooral in de geschiedenisboeken als de wielrenner die de Tour de France 5x (!!) achter elkaar won. Ik denk ook niet dat dat record nog een keer verbroken zal gaan worden. Voor mij is Indurain mijn held van de tijdrit. De basis van al zijn overwinningen lagen vaak in de tijdrit en de eerste bergrit. Daarna had hij al zo veel voorsprong dat hij deze alleen maar hoefde te verdedigen. Niemand die daar nog in de buurt kwam, totdat in 1996 Bjarne Riis (Monsieur 52% – maximale hematocriet waarde mocht maar 50% zijn) Indurain van de troon stootte. Ik vond dat zo erg, dat dat mijn enige Tour was waar ik het einde van de Tour niet heb gekeken. Ik was daar zo ziek van. Dat iemand (Riis) die vals speelt, Indurain versloeg.
De Grootste tijdrijders allertijden (op Indurain na!)
Na Indurain kwamen er zeker nog een aantal andere specialisten op het toneel. Zo had je Fabio Cancellara. De Zwitser teisterde tussen 2001 tot 2016 het peloton vooral in de tijdritten. De Zwitser werd 4x (wat een record is) wereldkampioen tijdrijden en twee keer Olympisch kampioen tijdrijden. Helaas kleefde er ook een luchtje aan de prestaties van Cancellara. Naast eventuele doping werd ook de roep op het gebruik van mechanische doping steeds luider. Dat laatste is echter nooit hard bewezen. In zijn laatste jaar won Spartacus (zijn weinig verhullende bijnaam) in Rio de Janeiro met overmacht de Olympische titel tijdrijden. Zeg je tijdrijden, dan kun je niet om Jacques Anquetil (monsieur Chrono, was daarom zijn terechte bijnaam) heen. Anquetil was in de jaren 60 de verpersoonlijking van de echte tijdrijder. Niet groot van stuk, maar met een enorm krachtige, soepele en vooral ook elegantie manier van rijden. Anquetil heeft in zijn carrière 16 touretappes gewonnen en 5 touroverwinningen behaald, maar van die 16 etappes, waren dat 11 (!!) tijdritten om maar het belang aan te geven met welke discipline Anquetil de Tour in zijn voordeel beslechtte. De volgende in het rijtje enorme hardrijders moet de naam van Eddy Merckx wel terugkomen. Voor velen de beste wielrenner aller tijden. De Kannibaal was een andere rijder dan Anquetil. Waar Anquetil de souplesse toonde, daar was Merckx de man die met zijn krachten smeet. In dat kader paste Hinault uiteraard dan ook in hetzelfde straatje. Uiteraard mag Greg Lemond niet ontbreken. De Amerikaan die de Tour de France de spannendste finish ooit heeft bezorgd door in de laatste tijdrit op de straten van Parijs het duel met Fignon met 8 seconden verschil in zijn voordeel te winnen. Lemond was geen mooie renner, zat niet als Indurain als een standbeeld op zijn fiets, maar hij kon een geweldig vermogen rijden. Hetgeen hem ook redde op de laatste dag in de Tour van 1989. De laatste is van origine een product uit de vroegere Oost-Duitsland school. Met die discipline was de Duitser een enorme uitdager in de strijd van opper Doping-zondaar Lance Armstrong. Jan Ullrich groeide op met de Oost-Duitse mentaliteit. Dat hij daarvoor uit de verboden snoeppot van doping had gesnoept namen vele volgers hem later kwalijk. Armstrong was er een van, waarvan men toen nog niet wist wat we nu weten, dat alles wat Armstrong sportief heeft gepresteerd niet zonder doping is geweest. Dat lot draagt Ullrich ook met zich mee. In de tijdritten bleek hoe hard de Duitser kon fietsen. Helaas in zijn sportieve dagen zat het overgewicht hem letterlijk en figuurlijk vaak in de weg. Maar de stijl waarmee de vaak in het groen van Bianchi (ploeg waar hij reed) over de tijdrit parkoersen snelde, was een genot om naar te kijken.
De tijdrit
Vandaag gaat de rit van Nuits-Saint-Georges naar Gevrey-Chambertin over 25,3 kilometer. Het is een relatief vlakke etappe op 1 vervelend heuveltje na. Voor de echte tijdrijders Evenepoel, Pogacar en Vingegaard is dit een voordeel. Er is amper kans op neerslag, zodat voor iedereen de omstandigheden hetzelfde waren. Het werd uiteindelijk de dag van Remco Evenepoel. De Belg die nog bij Anderlecht en PSV in de academy zat, was (op Pogacar) iedereen veel te snel af. Pogacar was de enige die bij de Belg in de buurt kwam. Evenepoel schoot als een raket weg en had bij het eerste meetpunt op iedereen een voorsprong, die hij gaandeweg het tweede en derde gedeelte van de tijdrit. Het werd nog een beetje spannend op het einde, maar het slotakkoord van Evenepoel was ook Pogacar te machtig.
Er waren naast de winnaars Evenepoel (ritwinst) en Pogacar (behoud en uitbreiding voorsprong) ook verliezers. De grootste teleurstelling kwam door Wout van Aert. De Belg, die als extra ondersteuning voor Vingegaard rijdt, kwam er totaal niet aan te pas. Van Aert werd 24e op 1:51. Dat is echt onder zijn niveau, maar vlak hem voor de komende dagen niet uit. Degene die voor mij verraste was wederom Almeida. De Portugees van UAE reed zichzelf in de top 10 en verzekerde zich dan ook eenvoudig in de top 10 van het Algemeen Klassement. Het was een mooie dag en helemaal voor Julien Bernard (Lidl-Trek). De Fransman die uit het nabij gelegen Dijon komt, had veel vrienden en familie langs de kant staan. Toen Bernard voorbij reed, stopte hij op het moment dat zijn vrienden, familie en gezin langs de kant stond. Het moment dat hij kind en vrouw omhelsde was een mooi moment. En zodoende kreeg deze dag (etappe) de kers op de taart die het verdiende.