De Tour is niet voor watjes…….

Wat door organisatie, renners en ieder die van dichtbij te Tour meemaakt zou de negende etappe gezien kunnen worden als de Koninginnenrit. Steile en gevaarlijke afdalingen.

Nu ben ik een onwetende liefhebber van de wielersport en per definitie geen sportkijker. Alleen wielrennen heeft mijn bijzondere belangstelling. Al van kinds af aan ging ik naar het Olympisch stadion om te kijken naar de wedstrijden achter de grote motoren, had een broer die de sport beoefende. Iemand die veel gedisciplineerder was dan ik, die bereid was zich het snot voor de ogen te rijden.
Ik heb niets van dit alles; ik ben een vlinder die na twaalf ambachten en dertien ongelukken terecht is gekomen in de kunstwereld en daar zeer goed gedijde. Ken schilders, beeldhouwers, acteurs, schrijvers en regisseurs die allemaal van wielrennen houden met dat verschil dat zij de sport fanatiek beoefenen en ik niet. Oh ja…..ik heb wel eens op een race-fiets gezeten en ik vond het geweldig……maar ook zo griezelig vanwege de snelheid dat ik daarna het verkeer alleen nog maar onveilig maakte met mijn opoefiets. Maar mijn fascinatie voor het wielrennen is alleen maar versterkt daardoor. Mijn bewondering voor de renners grenst aan het grenzeloze.

Daarom werd voor mij de Koninginnenrit een nachtmerrie die ik overdag beleefde.
Het kan toch niet de bedoeling zijn om renners zo in gevaar te brengen? Eerst werd er eindeloos gezeurd over saaie etappes. Daar trek je toch geen mens meer voor de buis mee, was de ongenuanceerde conclusie. Ik vraag mij af of dat wel lukt met zo een koninginnenrit, zoals deze afgelopen zondag was te zien. Volgens mij is dit geen reclame voor de wielersport.
Nu besef ik heel goed: De Tour is niet voor watjes, de hele wielersport niet.
Het afzien, de heroïek, de magie, het drama, de vreugde, de leugens de waarheid; Wielrennen is opera, theater, poëzie en proza; Wielrennen toont de schoonheid en de alledaagsheid het leven. Dat maakt deze sport zo uniek en prachtig.

niet geslapen van de stress

Veel renners hadden in de nacht van zaterdag op zondag niet goed geslapen, zij zagen tegen de etappe op. Maar nogmaals…. wielrennen is nu eenmaal niet voor watjes en wielrenners slikken veel voor zoete koek dus werd er lachend op pad gegaan. Vooraf waren de spieren los gereden op de rollers. tenslotte wachtte hen een zware dag.
Al direct nadat de witte vlag het sein had gegeven van de officiële start sprong er een grote groep weg, die gretigheid was prachtig om te zien. Laurens ten Dam – nam het voortouw en deed dat zoals de hele week geweldig. Ik permitteer mij even een quote te lenen van Mart Smeets: ‘Laurens is een diesel en zo getectyleerd.’ Wat een prachtige renner! De cameramannen reden van de kop naar de staart van het peloton, het werd duidelijk dat dit bijltjesdag zou worden voor de klassementsrenners.
In een straf tempo over de wildroosters, de smalle paadjes, het slechte wegdek en de geitenpaadjes. De aderen in de halzen van de renners leken op dikke kabels.
In de remmen knijpen was er niet bij. Al na een tiental kilometers werd Robert Geesink zeer ongelukkig in de val meegenomen van de Italiaanse renner Mori -deze lag als een mager speenvarken te gillen op het asfalt – wanneer halen zij die camera’s daar nu eens bij deze taferelen vandaan. Natuurlijk moet je laten zien wat er in een koers gebeurd maar steeds weer dat herhalen….wat een gruwel…het ruikt toch te veel naar sensatie. Twee renners weggevoerd met de ambulance. Mori met een ingeklapte long en gebroken sleutelbeen ,Geesink met een wervelbreuk. ’s Avonds was hij – duidelijk aangeslagen – te horen in de avondetappe. En dan die vreselijke voor de hand liggende vragen. Wanneer gaan journalisten nu eens doen aan zelfreflectie…gaan zij zich afvragen of zij wel geschikt zijn voor de rol die zij krijgen toebedeeld. Je zit toch met plaatsvervangende schaamte te kijken en te luisteren.
De ambulances kregen nog veel meer werk te doen. Richie Port – een kanshebber voor het podium – maakte een inschattingsfout met grote gevolgen, bij iedere herhaling zat ik weer met de handen voor de ogen. In zijn kielzog nam hij de renner Daniel Martin mee. Dat deze daarna weer in staat was om op de fiets te klimmen en bij de beste te eindigen lijkt een sprookje. Maar in de wielrennerij bestaan er sprookjes. Neem bijvoorbeeld de Franse renner Warren Barguil hij brak eerder dit seizoen zijn bekken, normaal al geen kleinheid maar zeker niet voor een wielrenner. Hij liet zien waarom wielrennen zo ongelooflijk fascinerend is. Zijn stijl, het afzien kilometers alleen rijden om op het laatste toch ingehaald te worden, zich weer weten te herpakken en door alles te geven weer aan te kunnen sluiten bij de kopgroep, een sprint aangaan en die met een millimeter verliezen. Dat zijn heroïsche taferelen die horen bij het wielrennen en hoewel je als kijker intens meeleeft met het verdriet van de verliezer omdat je het zo’n renner zo gunt te winnen, is het wel een eerlijke strijd en in de wielrennerij wordt er nu eenmaal veel meer verloren dan gewonnen. Dat hij het rode rugnummer voor de strijdlustigste renner van de dag kreeg en ook nog eens de bolletjestrui nam de teleurstelling voor even niet weg. Maar na de rustdag zal ook Warren Barguil weer op zijn fiets stappen en zich opnieuw het snot voor de ogen rijden.

janna


De Franse strijder Warren Barguil


De val van de onfortuinlijke Gesink en Mori

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.