De rit naar de top van de Arcalis

Vandaag was het weer zo’n dag. Het is slecht weer buiten. Heel slecht weer buiten. En wat ben ik dan toch gezegend met mijn Tacx Neo 2T. Met mijn Tacx kan ik meer dan 150 training films online rijden. Het gevoel van het fietsen met deze films is zo echt. Iedere kassei, hobbel, heuvel en vooral berg is levensecht. Als je bijvoorbeeld Parijs-Roubaix wilt rijden en je rijdt vervolgens door het bos van Wallers wordt je misselijk van de kasseien. Nog erger, je trilt zo erg, dat je niet zonder goede wielerhandschoenen op je fiets kan rijden. Kortom, het is net alsof je er zelf bent zo echt is het. En nog mooier er is maar een afwijking van hooguit 1%, zodat je perfect op een rit kan voorbereiden.

Als je een trainingsrit uitzoekt, heb je een keuze uit verschillende gradaties. Zo heb je Gemakkelijk (als je even lekker los wilt rijden), Gemiddeld (wordt al iets lastiger maar is voor de gewone recreant prima te doen), hard (dat wordt echt al zwaarder en is afzien), moeilijk (deze gaat echt pijn doen) en als last but not least Extreem (deze is voor de masochistische wielerfanaten). Zo wilde ik vandaag een redelijke berg opklimmen, maar niet te extreem. Ik wil namelijk nog wel een beetje van mijn zondag genieten. De keuze viel op de Ordino-Arcalis in Andorra. Deze berg was in de Tour de France geschiedenis drie keer een scherprechter. De berg heeft een maximaal stijgingspercentage van 11,4% en als je na 10 kilometer warm bent gedraaid heb je een gemiddeld stijgingspercentage van 7% voor de boeg. Kortom, een mooi bergje om deze zondag lekker door te komen. De rit duurt in totaal 21,1 kilometer en na 19 kilometer heb je de top bereikt. De berg is een skistation in de Pyreneeën en de top ligt op 2240 meter hoog. Mensen die wel eens naar Spanje met de bus zijn gegaan kennen het belastingvrije paradijsje op de weg van Frankrijk naar Spanje. Je kunt er goed belastingvrije spullen als drank en sigaretten kopen. En in de zomer stikt het van de wielerfans die een poging willen wagen. Verder is Andorra nou niet echt een vakantieparadijs, dus je bent er ook snel weer uit. Tenzij je uiteraard gaat fietsen.

De rit naar boven begint voor mij met een warming-up. Sinds dat ik deze Tacx heb is dat voor mij vaste prik. Ook weer iets wat ik echt heb geleerd van de Tacx is dat een goede warming-up goud is. Normaal nam ik er nooit de tijd voor, maar het nut is enorm. Na 10 minuten te zijn warm gedraaid, wordt de vraag gesteld of je er klaar voor bent. Klaar voor de beklimming wel te verstaan. Ik zie vervolgens ook dat er drie mensen voor mij ook de rit naar 1895 meter hoogte reeds zijn begonnen. Phil is erg snel. Die ligt al ruim 40 minuten voor me. Victor ligt 38 minuten voor me en Juan al 33 minuten. Dus daar heb ik ook niets aan. Het is dus op de eigen kracht naar boven.

Het begin van de rit is makkelijk. De eerste tien kilometer rijdt je met een gemiddeld stijgingspercentage van ongeveer 3,5%. Niet iets waar je heel warm van wordt, maar ondanks de buitentempratuur van een Wit Nederland ga je van 3,5% wel degelijk zweten. Na 10 kilometer begint dan de klim van 10 kilometer naar de top. Het begin was groen/geel en dat betekent een gemiddelde tussen 3-6 procent. Heerlijk om te fietsen. Je komt in een heerlijk ritme. Maar na de eerste 10 kilometer verdwijnt de kleur geel in rood. En ik zie verder vooruit dat rood zal veranderen in donkerrood. En dat betekent maar één ding: “Here comes the pain!!” Phil en Victor zijn inmiddels klaar en Juan rijdt nog 24 minuten voor me. Onmogelijk om in te halen. Maar gaandeweg de rit haal ik steeds meer van mijn achterstand op hem af. Het begin van het tweede gedeelte is echt zwaar. Je komt niet lekker in een goed ritme. Maar ik blijf het molentje rondtrappen. De achterstand op Juan schommelt. Opeens heb ik het gevoel dat Juan met mijn kloten aan het spelen is (dat is wielerjargon). Ik besluit op 5 kilometer van de top een inhaalslag te maken op het moment dat de achterstand 14 minuten nog is. Ik merk dat Juan in het begin reageert op mijn versnelling, maar gaandeweg de kilometers gaat er steeds meer van de achterstand af. Juan lijkt mij een taaie Spanjaard. Of Juan is een Nederlandse Johan die zich graag met Spanje of Latijns-Amerika associeert? Nog twee kilometer en ik krijg nog een lastig stuk. Ik merk dat de krachten wegvloeien bij mijzelf. Maar zie hetzelfde in de achterstand die ik nog heb op Juan (of is het Johan?). De achterstand is bij de laatste twee kilometer nog 1:54. Ik besluit nog een keer een slok eraan te geven. Ik geef alles. Juan ziet dat waarschijnlijk ook op zijn scherm. Je kan de tacx op telefoon, tablet, laptop of smart-tv laten uitzenden. Laatste kilometer en de achterstand is nog maar 30 seconden. Zou het dan toch echt. Wat een achterstand was van 33 minuten is teruggebracht tot 30 seconden. Nou ken ik de talenten van Juan niet, maar Juan zit vast en zeker niet lekker op zijn fiets. Juan ziet de Nederlandse Jeroen met rasse schreden naderen en verliest het van “het monster van Flevoland”. Op precies 895 voor de top pak ik Juan en vreet hem helemaal op. Op het moment dat ik naast hem fiets vernietig ik hem en sprint ik weg. Mijn benen staan in vuur en vlam en schreeuwen om geblust te worden. Maar ik wil Juan opvreten. En dat gebeurt. Juan gooit de handdoek in de ring en stort volledig in elkaar. Ik denk dat hij achteruit is gaan fietsen, want 895 meter later is de achterstand op “het monster van Flevoland) 3:32.

En zo beklom ik vandaag de Arcalis voor de tweede keer in mijn leven. De eerste keer (drie weken geleden) deed ik er 1:29:33 over. Nu raffelde ik de klim af in 1:26:35. Met speciale dank aan Juan. Want zonder hem had ik mijn tijd niet vermorzelt. Ik ben zo blij met mijn tacx. Nu lekker op de bank hangen en naar buiten kijken. Zo reed ik eerst heerlijk in het zonnetje en als ik nu naar buiten kijk lijkt het net alsof ik in Siberië zit.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.