Bijnamen, specifieke termen…. en een film!

Alle commentatoren maken zich er schuldig aan…. Men spreekt graag volzinnen doorspekt met wielertermen. De een is nog erger als de ander. Ooit van het woord Linkeballen gehoord? Het woord is toch wel een van de meeste legendarische wielertermen. Nee, het is niet het verschil tussen de rechter en de linker! Het betekent dat een renner tactisch manoeuvreert aan het eind van een koers en zo weinig mogelijk kopwerk doen. Je hebt altijd renners in het peloton die in de kopgroep net doen alsof ze kei kapot zitten en dan in de sprint iedereen opeens het nakijken geven. Dat zijn de minst populaire renners van het peloton. Mijn broertje en ik gebruiken het woord Linkeballen ook erg vaak. Maar vaak is dat met de aanduiding dat iemand in onze omgeving de kantjes er zwaar van af loopt. Wij liggen dan echt in een deuk, waar de mensen om ons heen soms de beide broers nog wel eens vreemd aankijken. Weet u wie de term Linkeballen heeft bedacht? Dat is ooit bedacht door mijn favoriete commentator (en dat bedoel ik uiteraard erg cynisch), Maarten Ducrot. Het enige wat de man ooit goed heeft gedaan overigens.

Bekende wielertermen
Gerrie Knetemann had het ooit over het feit dat hij “met zijn hol open zit” of wel zitten zwoegen om mee te kunnen. Gerrie had veel meer van dit soort termen en wordt dan ook algemeen beschouwd als de meestergebruiker van de officiële wielertaal. Nog een van de “Kneet” was de dood of de gladiolen, wat inhoudt dat (in de laatste fase van een wedstrijd) men zo hard mogelijk moet fietsen en maar kijken wat het resultaat is: de bloemen of helemaal niks. Deze termen wordt in vele sporten en zelfs in het dagelijks leven nog steeds gebruikt.
Eddy Merckx (de Kannibaal) zei ooit over onze Joop Zoetemelk dat Joop een wieltjeszuiger was. Of wel Joop was een wielrenner die steeds achter een ander aanrijdt en niet op kop gaat. De Belgische en zeer bekende verslaggever Mark Uytterhoeven sprak altijd over chasse patate. Dat is de situatie waarbij een groepje renners uit het peloton ontsnapt om naar een kopgroep te rijden, maar halfweg blijft hangen. Ze slagen er kilometers lang niet in de kopgroep te bereiken, maar ze zijn ook te ver voorop om zich nog te laten inhalen door het peloton. Zoals Mark Uytterhoeven ooit opmerkte: “je voelt je redelijk onnozel, ‘en chasse patate’.” Andere commentatoren hadden het over het rijden op de grote molen: dat is eigenlijk waar ik mij ieder keer weer aan schuldig maak, namelijk met een groot verzet, een grote versnelling op de fiets rijden. Het trappen gaat zwaar (zeker bij wind tegen) maar je gaat wel keihard. Ooit wel eens gehoord van aan de boom schudden? Dat betekent zoiets als hard doorrijden om tegenstanders in de kopgroep te lossen. Nog een mooie en veel gebruikte in andere sporten is aan het elastiek hangen. Of wel achter in een groep fietsen en op het punt staan gelost te worden. Tijdens de finale van de koers is er vaak sprake van een spervuur van demarrages. Dat houdt in dat er talrijke demarrages aan het eind van een wedstrijd of etappe zijn. Ook populair is het wegkletsen, wat niet anders betekent dan demarreren. En een van de allerbekendste termen tijdens een zware (berg)etappe is wel hongerklop. De wielrenner ondergaat een plotselinge uitputting door tekort aan koolhydraten. Iedere renner heeft wel eens een hongerklop meegemaakt.
Dit zijn zo maar wat voorbeelden van termen die gebezigd worden in het peloton, maar zeker ook op radio en televisie. Het wielrennen heeft eigenlijk een eigen vocabulaire. Waar rap een eigen straattaal kent, zo is dat in de wielrennerij exact zo.

(legendarische) Bijnamen
Sommige renners kennen wij (het publiek) aan de hand van de schitterende bijnamen of hele bijzondere bijnamen, die voor hen zijn verzonnen. Zo werd de Colombiaanse renner Luis “Lucho” Herrera: de kleine tuinman van Fusagasuga genoemd. En werd de grote Zwitserse renner uit een grijs verleden Hugo Koblet: le Pédaleur de Charme en Mooie Hugo genoemd. Ik ga er dan ook vanuit dat Hugo niet heel erg lelijk was geweest met zulke bijnamen. Maar ook in het heden hebben bekende wielrenners mooie en bijzondere bijnamen. Hieronder vindt U een aantal van deze bijnamen:
Tom Dumoulin wordt ook wel de Vlinder van Maastricht, Butterfly ofTurbo Tom genoemd;
Bauke Mollema wordt ook wel Bokkema of Appel genoemd. Deze benamingen vind ik zelf nou niet zo vleiend klinken. Waarschijnlijk loopt Bauke vaak rood aan bij een inspanning;
Laurens Ten Dam wordt ook wel LTD genoemd;
– (Bauke Mollema en Laurens Ten Dam samen: Bau en Lau)
– Misschien wel de beste wielrenner aller tijden Eddy Merckx wordt ook wel de Kannibaal, de Grootste of Le Géant (de Gigant) genoemd;
– Wereldkampioen 2017 en Belg Greg Van Avermaet wordt ook wel Avi of GVA genoemd;
– De eenzame fietser, de Belg Thomas De Gendt wordt ook wel de Schorpioen van Semmerzake of de Stille van Semmerzake genoemd. Thomas is vast en zeker niet heel druk.
– De allergrootste franse wielrenner; Bernard Hinault wordt ook wel le Blaireau (de das) genoemd. Enerzijds omdat Bernard in zijn jaren bij de jeugd van Renault een haarband droeg waar bovenuit de haren rechtovereind stonden. Als een soort van scheerkwast van dassenhaar, een blaireau dus. Anderzijds omdat de eigenschappen van het roofdier (marterachtige) goed bij hem paste;
– Een van de beste Spaanse wielrenners; Alberto Contador wordt ook wel El Pistolero genoemd. Dat kwam door zijn schietgebaar bij een overwinning;
– De beste Spaanse wielrenner aller tijden; Miguel Indurain wordt ook wel El Rey (de Koning) genoemd. En een Koning was hij zeker. In mijn ogen de allerbeste!
– De Zwitserse Arnold Schwarzenegger; Fabian Cancellara wordt ook wel Spartacus of de TGV van Bern genoemd. Of dat met of zonder zijn motortje was is er niet bij verteld;
Peter Sagan wordt ook wel Hulk of Terminator/Tourminator genoemd. En dat bewees de Hulk uit Slowakije vandaag maar weer. Wederom was de klasbak uit Zilina de sterkste en liet hij iedereen zijn achterwerk zien. Op Sagan staat geen maat meer. De man kan alles, vreet zijn tegenstanders figuurlijk op en kent geen spanning. Onbevangen alsof het hem allemaal niets doet en dat aparte stemgeluid van een kleuter maakt hem uniek. Het is dan ook wellicht Sagan die zich over tien jaar laat kronen dat de allerbeste ooit. Merckx heeft eindelijk een opvolger.
– De Australiër; Michael Matthews wordt ook wel Bling genoemd
– En de van zijn voetstuk gevallen; Lance Armstrong wordt ook wel The Boss, The Animal, Headstrong of The Big Tex genoemd. Maar eigenlijk bleef daar “de Fraudeur” van over.

Over Armstrong gesproken… heeft u ooit wel eens de film: “The program” gekeken? Nee, absoluut kijken. Zeker voor iedereen die het wielrennen een warm hart toedraagt, is deze film een absolute must. Fantastisch verfilmd naar de waar gebeurde feiten rondom Lance Armstrong. Ben Foster (de hoofdrolspeler die griezelig eng op Lance lijkt), maar naast zijn gezicht is ook zijn stem, houding en maniertjes zo echt, dat je echt goed moet kijken om niet te denken dat Lance zelf de hoofdrol heeft gespeeld in deze verfilming.

Vandaag was het weer een echte Sagan race. En dan is het zo ontzettend knap dat hij met twee vingers in de neus (al hoewel Cobrelli gaf hem tot op het laatst nog wel wat tegenstand) de overwinning voor het machteloze peloton wegkaapte. Sagan, je bent een ware held…..!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.